Het fort speelde een rol bij de verdediging van Luik in de Eerste Wereldoorlog.
Op 5 augustus 1914 bestookten de Duitser de oostelijk gelegen forten van Luik met infanterie en geschut.
De aanvallers werden weggemaaid, de granaten van de artillerie hadden geen vat op het gewapend beton van de forten.
Toch slaagden de Duitsers erin via ruimten tussen de forten binnen te dringen.
Na hevige straatgevechten in Queue-du-Bois werden op 7 augustus 1914 de heuvels ten oosten van Chartreuse veroverd, men trof er lege dorpen aan, de bevolking was gevlucht.

De volgende ochtend werd Chartreuse bezet en trokken de Duitsers via twee niet vernietigde bruggen Luik binnen.

Tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog werd Fort de la Chartreuse gebruikt als gevangenis door de Duitse bezetter. Sinds 1980 is het fort verlaten en heeft de natuur het overgenomen. De bomen groeien door het dak.